De job van dampkapreiniger: het blijft een aparte stiel. Dat weet Managing Director Dirk De Koninck maar al te goed. Want de helpende handen komen vandaag uit zowat alle windstreken: van België tot Ecuador, Turkije, Egypte, Portugal, Bulgarije, … Uiteraard is het belangrijk dat iedereen zich thuis voelt in het bedrijf én de kneepjes van het vak onder de knie krijgt. Daarom organiseerde Clean Minds begin maart een opleidingsdag.
Er heerst een gezellige drukte in de vergaderzaal. Een bont gezelschap van zo’n vijftiental mannen volgt aandachtig de slideshow op het grote scherm. Dirk ontfermt zich als een echte pater familias over zijn mannen, en gaat nog eens rond met de koffiekoeken. “Kom, neem er nog eentje.” De sfeer is gemoedelijk en warm. Nochtans wordt al snel duidelijk dat niet iedereen letterlijk dezelfde taal spreekt. Maar de taal van gedrevenheid en wil om te werken is universeel.
Wie zit hier vandaag allemaal samen?
Dirk: “Dit zijn allemaal mensen die werken als dampkapreiniger. Zij zijn quasi allemaal van andere origine. Zo zijn er medewerkers uit Portugal, Brazilië, Ecuador, Egypte, Bulgarije, Turkije, … we gaan ze ver zoeken. (lacht) Maar we hebben intussen echt wel een heel goed team. Het zijn allemaal straffe gasten, want het is toch zwaar werk. Weinig mensen tonen zo een motivatie om dit werk te doen, zoals dit team.”
Waarom denk je dat het zo moeilijk is om mensen gemotiveerd te krijgen?
Dirk: “Tja, het is vaak vuil, zwaar en complex werk. Plus: je bent bezig met gevaarlijke producten. En altijd op moeilijke tijdstippen, als de keuken niet draait. Bij fastfoodketens kunnen we enkel ’s nachts aan de slag. En anders is dat ’s avonds laat, ’s morgens vroeg, in het weekend … Het is niet evident om dat van je medewerkers te vragen.
Wat maakt het voor hen dan wel aantrekkelijk?
Dirk: “Ze worden bij ons helemaal opgeleid om aan de slag te gaan, er is dus geen ervaring vereist. Ze krijgen veel verantwoordelijkheid en vrijheid. Bovendien komen ze terecht in een warm en hecht team. De appreciatie is wederzijds: zij zijn heel dankbaar voor de kansen die ze hier krijgen, terwijl wij hen minstens even dankbaar zijn dat ze voor ons willen werken. Dat uit zich in een groot wederzijds respect.”
Hoe vaak geven jullie zo’n opleidingen?
Dirk: “Dit is de eerste keer dat we zo’n groepsopleiding doen gedurende de hele dag, maar we gaan het vaker doen. Er zijn zowel mensen bij die nog moeten opstarten, maar evenzeer medewerkers die al enige tijd bezig zijn. We zijn enorm hard aan het groeien en intussen gaan er toch al een twintigtal mensen dagelijks op pad om voor ons dampkappen te reinigen. Want we willen zelf ook feedback krijgen. Hoe ervaren zij het werk? Zijn er dingen die beter kunnen? We vertellen hoe wij wensen dat ze werken, maar dat geldt ook in de omgekeerde richting. Wat kunnen wij doen om voor hen het werk aangenamer te maken? Er is zeker ruimte voor dialoog.”
En wat staat er vandaag nog op de planning?
Dirk: “Vandaag is veiligheid een heel belangrijk topic. Iedereen krijgt ook een pakket mee met de juiste bedrijfskledij, zoals een petje, fleece, truien, t-shirts, … en persoonlijke beschermingsmaterialen, zoals maskers met filters, een goede veiligheidsbril, speciale handschoenen enzovoort. Want de producten zijn sterk ontvettend, en dus zeer irriterend voor de huid. Verder worden alle stappen voor een goede dampkapreiniging van a tot z uitgelegd, en welk gereedschap daar eventueel aan te pas komt.”
Vormt de taal geen barrière voor die mensen?
Dirk: “De opleiding gaat door in het Engels, en we checken regelmatig of iedereen mee is. Als er dingen onduidelijk zijn, is er altijd wel iemand die kan vertalen. Timmy heeft de leiding over het Portugees/Braziliaanse team, en Saleb over het Egyptische team. Hij spreekt een mondje Nederlands en kan met het team communiceren in het Arabisch. Op de werkvloer wordt ervoor gezorgd dat er altijd iemand bij is die goed Engels kan, en dus met de klant kan communiceren. Maar ik wil nog eens benadrukken dat alle aanwezigen stuk voor stuk zeer fijne mensen zijn. We zijn hen echt zeer dankbaar dat ze voor ons willen werken, dat meen ik oprecht.”